EK-titel Oranje niet uitgesloten: 'Nederland niet bij voorbaat kansloos'

Daniel Cabot Kerkdijk Daniel Cabot Kerkdijk
24 Dec 2023, 18:14
26 Jan 2024, 09:14
© IMAGO

Patrick Lodewijks denkt dat het Nederlands elftal in staat is om hoge ogen te gooien op het EK in Duitsland. De keeperstrainer van Oranje denkt dat als bondscoach Ronald Koeman over een volledig fitte selectie beschikt, het Nederlands elftal een kans maakt om volgend jaar zomer Europees kampioen te worden. Lodewijks maakte één eindtoernooi eerder mee, dat was het EK dat vanwege corona in 2021 gehouden werd.

“Corona leidde af”, vertelt Lodewijks in gesprek met het Algemeen Dagblad. Dat er nu een ‘normaal’ EK aankomt, daar kijkt de voormalig doelman naar uit. “Ik hoop dat iedereen fit is, dan denk ik dat we moeilijk te verslaan zijn. Ik zeg niet dat we zomaar Europees kampioen gaan worden, zeker niet. Maar ik vind ons niet bij voorbaat kansloos.” Nederland treft Oostenrijk, Frankrijk en een land uit de play-offs in de groepsfase van het EK.

Lodewijks heeft de komende maanden een belangrijke taak. Koeman zag zich genoodzaakt om dit kalenderjaar liefst zeven keepers op te roepen. Daarvan stonden Jasper Cillessen, Justin Bijlow, Mark Flekken en Bart Verbruggen achtereenvolgens onder de lat. Verbruggen lijkt momenteel de voorkeur te genieten als eerste doelman, maar ook hij is niet onomstreden. “Dat de keeperskwestie een item is geworden, is wel logisch. De volgende periode dat we bij elkaar komen is in maart”, doelt Lodewijks op de oefeninterlands tegen Schotland en Duitsland.

Wie is de eerste keeper van Oranje?

“Het is aan de keepers om in de tussentijd hun vorm en fitheid te laten zien zodat ze opgeroepen kunnen worden. Dan is het aan ons om een keuze te maken.” Lodewijks volgt alle wedstrijden van alle doelmannen die in aanmerking komen voor Oranje. “In het weekend kijk ik alle wedstrijden van onze keepers. Soms speelt er eentje om 19.00 uur in Nederland en een om 21.00 uur in Duitsland, die kijk ik dan achter elkaar.”

Lodewijks zou naar het EK graag nóg een keeperstrainer meenemen. “Heel veel aandacht is gericht op de eerste keeper, maar die andere twee wil ik er wel echt bij betrekken en niet aan hun lot overlaten. Ik kan het niet helemaal voorkomen, want op een moment dat je richting een wedstrijd gaat, ligt de aandacht toch meer bij een eerste keeper. Ik wil dat de tweede en derde keeper ook het gevoel hebben dat ze ertoe doen.”