Johan Derksen heeft zich gestoord aan de complimenten voor Bart Verbruggen tijdens en na de wedstrijd tussen Polen en Nederland (1-2). Met zes reddingen was de doelman weliswaar belangrijk voor Oranje in de eerste wedstrijd op het EK in Duitsland, maar Derksen zag de nodige zwakke punten bij de keeper.
De analist van Vandaag Inside Oranje op SBS6 stoorde zich aan het commentaar van Arman Avsaroglu, die geregeld complimenteus was over Verbruggen in de live-uitzending van de NOS. “Ik heb me nogal gestoord aan de tv-commentator en de mensen in de radiostudio. Die keeper werd helemaal opgehemeld. Dat is een aardige keeper op de lijn. Bij Brighton & Hove Albion is iedere spelhervatting, iedere voorzet, paniek, want hij blijft altijd op de doellijn staan”, verzekerde Derksen.
“Daar heb je nog verdedigers die bijna alle kopduels winnen, maar als bij Oranje een tegenstander de bal op de vijfmeterlijn tegen het achterhoofd krijgt – zoals vandaag– dan ben je op de lijn geklopt”, doelde Derksen op de 1-0 van Adam Buksa. “Die ballen zijn niet meer te houden. Die man is totáál, totáál onvoldoende voor zijn goal en met hoge voorzetten. Als je straks tegen Britse teams moet, dan wordt hij heel kwetsbaar.”
Lees ook: Memphis Depay confronteert journalist: ‘Je kon niet wachten om dat te vragen…’
Volgens René van der Gijp kon Verbruggen weinig doen om de 1-0 te voorkomen, maar daar was Derksen het niet mee eens. “Daar moet je tussen zitten. Het zijn twee passen. Het is op de rand van het vijfmetergebied!” Van der Gijp bleef bij zijn standpunt. “Daar kon hij niet bij. Die gozer kopt hem ook goed in hoor, Johan. Virgil van Dijk zat erachter en Denzel Dumfries zat ervoor. Nee, daar kan de keeper niet bij."
Lees ook: Kenneth Perez looft basisspeler van Oranje: ‘Steengoed, weergaloos’
Dick Advocaat sloot zich aan bij Van der Gijp. "Bij deze bal kan-ie niet komen." Derksen: “Die keepers willen allemaal meevoetballen, waar ik al heel nerveus van word, maar het zijn allemaal Pim Doesburgjes geworden: ze blijven allemaal op de lijn staan, ze zijn te schijterig om eruit te komen.”